Thema Persoonlijke Beschermingsmiddelen binnen de zorg
Persoonlijke beschermingsmiddelen binnen de zorg
Deze tijdlijn omvat de gebeurtenissen rondom persoonlijke beschermingsmiddelen binnen de zorg van januari 2020 tot en met december 2021. In de tijdlijn vindt u op de linkerzijde een omschrijving van de gebeurtenissen en op de rechterzijde de adviezen van het OMT. Onder de pijl aan de rechterkant vindt u een uitklapkader met het beloop van de epidemie, gevat in onderliggende stukken van verschillende onderdelen van de overheid.
Over persoonlijke beschermingsmiddelen binnen de zorg
Zorgmedewerkers dragen als het nodig is persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Om te voorkomen dat micro-organismen van de patiënt op de hulpverlener worden overgedragen en andersom. Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is een van de maatregelen die preventief ingezet kunnen worden tegen verspreiding van COVID-19. Dit betreft mondneusmaskers, handschoenen, schort en oogbescherming. Het RIVM gaf tijdens de COVID-19 pandemie kaders en uitgangspunten voor het gebruik van deze middelen op basis van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. De adviezen van het OMT waren hierbij leidend. Beroeps- en brancheorganisaties maakten vervolgens de vertaalslag naar hun eigen praktijk.
Het RIVM adviseert de GGD’en om bij monsterafname bij verdachte patiënten van 2019-nCoV minimaal een mondmasker, handschoenen en een goed afsluitende bril te dragen.
24
OMT
24 januari 2020
Het OMT adviseert voor de intramurale zorg van een besmet persoon strikt aerogene isolatie. Dit betekent o.a. het gebruik van een schort, handschoenen en FFP2-masker met spatscherm.
Het OMT adviseert voor de extramurale zorg van een besmet persoon contact-druppel-isolatie. Dit betekent o.a. het gebruik van een schort, handschoenen en een FFP1-masker met spatscherm.
Het RIVM adviseert huisartsen om bij het onderzoeken van een patiënt in thuisisolatie met mogelijke verdenking op een 2019-nCoV-infectie een FFP2-masker, spatbril, niet-steriele handschoenen en een vochtwerend voorschort te dragen.
Bij monsterafname hanteren GGD’en het gebruik van FFP2-masker, spatbril, niet-steriele handschoenen en een schort met lange mouwen.
27
OMT
27 februari 2020
Er is een wereldwijd tekort aan persoonlijke beschermingsmaatregelen, met name mondmaskers.
De beschikbaarheid van mondmaskers in Nederland is beperkt.
Het OMT stelt een werkgroep in die zich gaat buigen over het beleid voor het inzetten van persoonlijke beschermingsmaatregelen.
Het OMT adviseert het college van DPGs om mondmaskers in te kopen en de verdeling op regionaal niveau te organiseren. Ook stelt het OMT dat media-aandacht vereist is om het belang van goed gebruik van persoonlijke beschermiongsmiddelen te bevorderen.
De op 27 februari ingestelde werkgroep adviseert dat een FFP1-masker voldoende bescherming biedt voor gezondheidsmedewerkers in de COVID-19 zorg.
De werkgroep adviseert zorgmedewerkers het gebruik van een FFP2-masker bij handelingen waarbij veel aerosolen ontstaan.
6
OMT
6 maart 2020
Het OMT adviseert alleen FFP2-maskers te gebruiken op de IC bij risicovolle handelingen rondom de verzorging van COVID-19 patiënten.
Bij alle andere contacten volstaat het dragen van een FFP1-masker, naast de andere persoonlijke beschermingsmaatregelen.
17
RIVM
17 maart 2020
Het RIVM meldt dat zij eerder, in opdracht van VWS, een notitie voor desinfectie van mondneusmaskers door middel van waterstofperoxide uitgewerkt. Deze is ook in het OMT-advies ingebracht.
OMT
17 maart 2020
Het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) krijgt de verantwoordelijkheid voor de uitgifte van persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg.
Het OMT roept op om zuinig om te gaan met mondmaskers en ze te bewaren na gebruik.
Het OMT adviseert om chirurgische mondmaskers te gebruiken in de zorg.
Het OMT vraagt de GGD’en om geen mondmaskers te adviseren voor zorg door huisgenoten in de thuissituatie.
Het RIVM onderzoekt de mogelijkheid om mondmaskers na desinfectie door waterstofperoxide of gammastraling opnieuw te gebruiken.
19
RIVM
19 maart 2020
Een chirurgisch mondneusmasker biedt voldoende bescherming voor gezondheidsmedewerkers die patiënten moeten verzorgen met COVID-19.
Het mondneusmasker mag aan 1 stuk gedragen worden totdat ademhalingsweerstand te hoog is of het masker heel nat.
Maskers hoeven niet te worden gewisseld bij zorg voor meerdere patiënten achter elkaar.
20
RIVM
20 maart 2020
Het RIVM stelt niet-sectorspecifieke uitgangspunten op voor gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen buiten het ziekenhuis en zet deze op hun website. Alleen voor de wijkverpleging/thuiszorg stelt het RIVM een meer specfieke richtlijn op vanwege de vele vragen uit die sector.
Het RIVM-GZB heeft een document opgesteld met voorschriften voor het hergebruik van FFP2-maskers.
24
RIVM
24 maart 2020
Het RIVM publiceert de bijlage ‘Uitgangspunten PBM buiten het ziekenhuis’. De kern van deze uitgangspunten is dat gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen buiten het ziekenhuis alleen geadviseerd wordt in de verpleeghuiszorg, huisartsenzorg, thuiszorg en gehandicaptenzorg waar lichamelijk ernstig zieke of zeer kwetsbare personen worden behandeld of verpleegd. Verder is gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen niet nodig indien meer dan 1,5 meter afstand kan worden gehouden van de patiënt en ook niet als er sprake is van zeer vluchtig contact.
25
RIVM
25 maart 2020
Het RIVM publiceert het beleid PBM voor thuiszorg in verband met een behoefte in het veld voor verdere sector specifieke uitwerking.
VWS
25 maart 2020
De minister van VWS neemt de adviezen van het OMT over en roept de verschillende zorgsectoren op om zuinig om te gaan met persoonlijke beschermingsmiddelen.
Oprichting van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) voor de gezamenlijke inkoop en distributie van verschillende medische hulpmiddelen.
30
OMT
30 maart 2020
Het OMT werkt een voorstel voor een afwegingskader uit voor de prioritering van mondmaskers waarbij rekening wordt gehouden met het type mondmasker en welke handelingen aerosolvormend zijn in de zorg.
Het OMT constateert dat er binnen ziekenhuisafdelingen onnodig veel en voor korte periodes mondmaskers worden gebruikt.
31
VWS
31 maart 2020
De minister van VWS meldt dat het RIVM constateert aan de hand van eigen onderzoek dat FFP2-maskers driemaal kunnen worden gebruikt, waarbij deze tussendoor worden gesteriliseerd met waterstofperoxide.
Het RIVM voegt aan de COVID-19 richtlijn een bijlage toe over prioritering ademhalingsbeschermingsmaskers voor zorgmedewerkers.
6
OMT
6 april 2020
Het OMT onderstreept dat een absolute prioritering van persoonlijke beschermingsmaatregelen niet binnen hun mandaat valt en benadrukt het gebruik van het door hen gemaakte afwegingskader bij prioritering. Essentieel is dat de prioritering niet gebaseerd moet zijn op de sector waarin men werkzaam is, maar op de intensiteit van de blootstelling aan SARS-CoV-2 in een specifieke zorgsituatie.
11
Kabinet
11 april 2020
De Rijksoverheid publiceert een factsheet met informatie, met oog op de aanhoudende schaarste van PBM in Nederland, over de verdeling van PBM in de verschillende zorgsectoren. De factsheet is gemaakt in samenwerking met het RIVM en GGD GHOR NL.
12
Kabinet
12 april 2020
De Rijksoverheid publiceert een factsheet met informatie over welk type mondmasker in welke situatie moet worden gebruikt. VWS heeft de factsheet gemaakt met input van RIVM en GGD GHOR NL.
14
OMT
14 april 2020
Het OMT adviseert, ook gelet op de aanhoudende schaarste, dat het uit voorzorg gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen bij patiënten die geen verdenking op COVID-19 hebben niet gewenst is.
15
VWS
15 april 2020
Er is nog steeds sprake van een mondiale schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen.
Een Nederlands bedrijf gaat in opdracht van het ministerie van VWS, het RIVM en GGD GHOR Nederland gebruikte isolatiekleding steriliseren.
20
OMT
20 april 2020
Het OMT steunt verzorgingstehuizen door medewerkers in staat te stellen gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen op besmette afdelingen.
21
VWS
21 april 2020
Het RIVM adviseert om hergebruikte spatbrillen en spatschermen goed op kwaliteit en defecten te controleren.
De minister voor MZS vraagt het RIVM om een richtlijn op te stellen over wie wanneer welke jassen en schorten moet gebruiken.
24
RIVM
24 april 2020
Het RIVM brengt een richtlijn uit voor het gebruik van jassen en schorten binnen de zorg.
Het RIVM verduidelijkt de uitleg van de uitgangspunten voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen buiten het ziekenhuis op de website naar aanleiding van vragen van met name verzorgenden.
Het RIVM voegt aan beleid PBM buiten het ziekenhuis expliciet toe dat in specifieke situaties gemotiveerd van de richtlijn kan worden afgeweken.
6
RIVM
6 mei 2020
Het RIVM meldt GGD’en dat op COVID-19 verdachte zorgmedewerkers zonder koortsklachten bij voorkeur thuisblijven of anders persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken zodat de medewerker de patiënt niet besmet.
19
VWS
19 mei 2020
De minister van VWS kondigt aan dat zorgverleners voor kwetsbaren met symptomen van COVID-19 en waarbij de afstand van anderhalve meter niet kan worden aangehouden vanwege de noodzakelijke verzorging, persoonlijke beschermingsmiddelen krijgen.
Onder de zorgmedewerkers vallen mantelzorgers, vrijwilligers in de palliatieve zorg en pgb-gefinancierde (in)formele zorgverleners.
De WHO heeft het advies met betrekking tot gebruik van mondneusmaskers herzien.
Het OMT ziet geen reden om het huidige beleid aan te passen.
24
RIVM
24 juni 2020
Het RIVM geeft duiding van recente wetenschappelijke bevindingen om te beoordelen of de eerder door Nederland afgegeven adviezen over het gebruik van mondmasker aangepast moeten worden aan het nieuwe advies van het WHO. Echter concludeert het RIVM dat er geen aanpassingen nodig zijn.
Het RIVM past de richtlijn voor het gebruik van mondmaskers in de ouderenzorg aan; bij persoonlijke verzorging of lichamelijk onderzoek is het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen nodig, ook als het gaat om vluchtige contacten.
27
OMT
27 augustus 2020
Het OMT adviseert de medewerkers van een verpleeghuis bij oplopende incidentie van COVID-19 in de regio preventief gebruik te maken van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het RIVM heeft aan GGD-artsen heeft laten weten dat tijdelijk meer preventief gebruik van persoonlijke beschermingsmaatregelen overwogen kan worden, als in de omgeving van een zorginstelling het aantal besmettingen toeneemt.
18
RIVM
18 september 2020
Het RIVM brengt n.a.v. Nieuwsuur uitzending persbericht uit waarin staat dat aanpassing van de richtlijn m.b.t. vluchtig contact niet stilzwijgend is gedaan. Reden voor aanpassing is dat het advies tot onduidelijkheid en problemen in de praktijk leidde.
22
RIVM
22 september 2020
De aanpassing van de RIVM-richtlijn op 17 augustus voor het gebruik van mondmaskers binnen de ouderenzorg, roept naar aanleiding van drie uitzendingen van Nieuwsuur, vragen op in de Tweede Kamer of de richtlijnen rekening houden met de schaarste van persoonlijke beschermingsmaatregelen of dat deze puur van wetenschappelijke aard zijn.
De directeur van het CIb reageert in de Tweede Kamer als volgt op de vragen: “Je probeert zo eerlijk mogelijk een inschatting te maken. Ik denk dat dat destijds gewoon integer gebeurd is. Dat betekent niet dat je dat niet later soms moet aanpassen. In retrospect denk ik dat er best aspecten aan zitten, ook in de communicatie, die anders hadden gemoeten.”
29
V&VN
29 september 2020
De V&VN stuurt een brief naar het RIVM waarin zorgen zijn geuit over gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing van richtlijnen.
RIVM
29 september 2020
Het RIVM meldt de GGD’en dat het OMT-advies van 27 augustus voor het preventief gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in verpleeghuizen in regio’s met een hogere besmetingsgraad, gezien de zorgelijke situatie, voor heel Nederland van kracht is.
Het OMT adviseert preventief mondneusmaskergebruik in de langdurige zorg en acute zorg.
12
RIVM
12 oktober 2020
Het RIVM voert gesprek met V&VN naar aanleiding van de brief van 29 september. Het RIVM presenteert de onderbouwing en licht de aanpassing mbt vluchtig contact toe.
VWS
12 oktober 2020
Het ministerie van VWS neemt de door het OMT gegeven adviezen omtrent het preventief gebruik van mondneusmaskers over. Het advies voor preventief medisch mondneusmaskergebruik door zorgmedewerkers geldt als het transmissieniveau in de regio wordt ingeschaald als zorgelijk of ernstig.
13
VWS
13 oktober 2020
De minister van VWS informeert de Tweede Kamer dat uit onderzoek is gebleken dat er voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn in het geval van een tweede COVID-19 golf. Eveneens zouden er voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn voor een derde COVID-19 golf.
Het OMT adviseert dat gevaccineerde zorgmedewerkers persoonlijke beschermingsmiddelen blijven gebruiken in afwachting van informatie omtrent de duur van bescherming van het vaccin en of het vaccin een remmend effect heeft.
De voorzitter van het OMT/directeur CIb stuurt een mail naar V&VN, CNV, NU’91 en FNV als reactie op hun brief met het verzoek om een aanscherping van het gebruik van FFP2 maskers in de zorg. Een expert groep zal zich buigen over dit verzoek. Het voorstel wordt op 22 januari in OMT besproken.
20
VWS
20 januari 2021
De minister voor Medische Zorg spreekt de verwachting uit dat het OMT op 22 januari een advies zal geven over het gebruik van mondneusmaskers in de zorg met betrekking tot de ‘Britse’ variant van het coronavirus.
22
OMT werkgroep
22 januari 2021
Een OMT-werkgroep stelt dat, ook bij circulatie van de Britse variant (alfavariant) van het coronavirus, een chirurgisch mondneusmasker IIR vrijwel altijd volstaat bij niet-aerosolvormende handelingen.
OMT
22 januari 2021
Het OMT geeft aan dat een chirurgisch mondneusmasker volstaat voor niet aerosolvormende handelingen. Wel kan er in risicovolle situaties afgeweken worden van deze norm. Het onbekend is of aanpassing van het huidige advies over type mondneusmaskers helpt om de verspreiding van de nieuwe virus variant tegen te gaan.
De bestaande richtlijnen zijn in lijn met de WHO-adviezen.
26
RIVM
26 januari 2021
RIVM stuurt brief naar FNV als reactie op hun brief van 20 januari. Het RIVM geeft aan dat ze kaders en uitgangspunten voor het veld geven als het gaat om persoonlijke beschermingsmiddelen. Het RIVM geeft geen richtlijnen voor PBM in de zorg uit.
Uitgangspunten van het RIVM worden door beroepsgroepen nader ingevuld. Het is aan de werkgever om na te gaan of met de maatregelen de risico-s in voldoende mate worden beheerst (Arbowet- en regelgeving).
De minister van VWS benadrukt dat er rekening gehouden moet worden met gevoelens van onveiligheid of onzekerheid bij zorgmedewerkers. Het OMT geeft ruimte om zelf een professionele afweging te maken.
De minister van VWS onderstreept het advies van het OMT aan zorgkoepels en beroepsverenigingen om richtlijnen op te stellen met de werkgevers over risico-gericht gebruik van typen medische mondneusmaskers in de COVID-19-zorg.
3
RIVM
3 februari 2021
Het RIVM voegt aan de COVID-19 LCI-richtlijn toe dat gebruik van FFP2 mondneusmaskers overwogen kan worden bij verhoogd risico op vrijkomen van zeer kleine druppeltjes.
RIVM
3 februari 2021
Het RIVM neemt in de bijlage ‘Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis’ van de COVID-19-richtlijn van LCI op dat de uitgangspunten ook gelden voor varianten van het coronavirus en voor de groep zorgmedewerkers die gevaccineerd zijn.
26
OMT
26 februari 2021
Omdat zorgmedewerkers preventief een mondneusmasker dragen en bewoners in principe zijn beschermd door vaccinatie, mag een zorgmedewerker op dag 5 van quarantaine na negatieve PCR-test weer worden ingezet.
Het RIVM past de richtlijnen voor zorgmedewerkers aan: zorgmedewerkers kunnen de quarantaine na een negatieve PCR-testuitslag vanaf dag 5 beeindigen, ongeacht hun vaccinatiestatus. Hierbij dragen deze medewerkers wel tot 10 dagen na het laatste contact met de positief geteste contactpersoon altijd een chirurgisch mondmasker, tenminste type II.
De maatregelen in instellingen voor langdurige zorg kunnen meer in lijn worden gebracht met de maatregelen in de rest van de samenleving. Zorgmedewerkers kunnen weer essentiele trainingen bijwonen mits zij een chirurgisch mondneusmasker dragen.
23
OMT
23 april 2021
Gezien de hoge infectiedruk en onbekende vaccinatiestatus van zorgmedewerkers adviseert het OMT, na bestudering van een nieuw ECDC-advies over mondneusmaskers, dat zorgmedewerkers preventief een mondneusmasker moeten blijven gebruiken.
29
RIVM
29 april 2021
Het RIVM raadt, middels de LCI-richtlijn, het gebruik van mondneusmaskers met een ventiel af.
De OMT-werkgroep Langdurige Zorg stelt dat het algemeen preventief mondneusmaskergebruik door zorgmedewerkers in instellingen voor langdurige zorg en in de thuiszorg kan worden gestopt als het landelijk risiconiveau ‘waakzaam’ wordt bereikt.
RIVM past bijlage ‘Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis’ aan over preventief dragen mondneusmaskers.
De minister van VWS maakt bekend dat er in plaats van de bestaande vier risiconiveaus (waakzaam, zorgelijk, ernstig en zeer ernstig) voortaan drie nieuwe risiconiveaus gehanteerd zullen worden (waakzaam, zorgelijk en ernstig) die anders gedefinieerd zijn. Dit betekent dat richtlijnen en adviezen gebaseerd op deze risiconiveaus herboordeeld moeten worden.
Het RIVM past bijlage ‘Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis’ aan op preventief gebruik PBM.
5
RIVM
5 oktober 2021
Het RIVM verheldert bijlage ‘Uitgangspunten PBM bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis’ over preventief gebruik voor personen >12 jaar.
Het OMT concludeert dat er, ook bij de huidige epidemiologische situatie, geen reden is om het mondneusmaskerbeleid in de zorg aan te passen.
23
OMT
23 december 2021
Na zorgvuldige raadpleging van beschikbare wetenschappelijke bronnen en internationale richtlijnen, ziet het OMT geen reden om het bestaande beleid omtrent mondneusmaskers in de zorg te wijzigen.
24
VWS
24 december 2021
De minister van VWS stuurt een brief aan werkgevers over eenmalig gereduceerd tarief voor FFP2-mondneusmaskers. Dit om mogelijke drempels voor het gebruik ervan weg te nemen.